Sinds dit seizoen is er binnen de Voetbalacademie van Roda JC Kerkrade ook gestart met mentale begeleiding bij de bovenbouw. Eerst in teamverband, daarna individueel. Wij spraken met de man die deze begeleiding vorm gaat geven: Paul Vollema.
Met een achtergrond in de jeugdzorg is Paul zelfstandig mental coach voor (top)sporters en ondernemers. “Ik werk ook samen met jeugd. Naast mijn werkzaamheden als mentaal coach ben ik ondersteuning-coördinator bij twee middelbare scholen in Parkstad."
Achtergrond
De achtergrond van Paul zit in de jeugdhulpverlening en justitie. In 1995 is Paul begonnen met werken bij justitie in de gevangenis in Maastricht. “Tijdens dit werk is mijn echte interesse ontstaan in het mentale stuk. Hier wilde ik meer weten over het omgaan met
stress, agressie en alle emoties die daarbij komen kijken. Ook werd ik getriggerd door het feit dat mensen steeds opnieuw in de gevangenis terecht kwamen. ‘Hoe komt dit?‘ Dat vond ik een interessant vraagstuk." Paul is zich in de jaren daarna hierin gaan
verdiepen en heeft in 2000 de overstap gemaakt naar de jeugdhulpverlening. “Hier heb ik ook gewerkt met agressie, regulatie en traumaverwerking. Ik ben mezelf alsmaar meer gaan verdiepen in wat er in het hoofd gebeurd en dan heb ik met name gekeken
naar de mentale stress en de biologische stress. Mentale stress is eigenlijk alles wat we denken. Neem als voorbeeld dat een student zich zorgen maakt over een aankomend tentamen.
Biologische stress begint vaak al, voordat we het zelf in de gaten hebben." Deze maakt ook adrenaline, dopamine en/of endorfine aan. Deze stofjes maakt het lichaam ook aan als hij gaat sporten. “Dat betekend dus dat wanneer een sporter een topprestatie moet
leveren, hij ook op het toppunt van zijn stresslevel zit. Het gevaar wat hierin schuil gaat is dat je te hoog in je stresslevel kunt komen en dan raak je een bepaalde controle kwijt." De biologische stress kan uiteindelijke ook leiden tot biologische problemen. Denk
bijvoorbeeld aan een burn-out. “Die gaat vaak ook gepaard met fysieke problemen. Zo wordt je vaak moe en krijg je ook last van je gewrichten." Tot aan 2016 heeft Paul in de jeugdhulpverlening gewerkt en die gehele periode heeft hij zich steeds meer in het
mentale vraagstuk verdiept. “Dit heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat ik mijn huidige werk doe en dat ik in staat ben om ook topsporters te helpen."
Om zelf te voorkomen dat hij teveel stress gaat ervaren doet Paul zijn werkzaamheden als mental coach dus naast een vaste baan bij twee scholen. “De vaste baan zorgt voor meer zekerheid." Zelf heeft Paul wel een voorkeur om bezig te zijn met het brein en het
onder controle krijgen van stress. Om hier nog meer mee bezig te kunnen zijn, zou hij zelfstandig aan de slag moeten. Toch houd hem iets tegen om dit te gaan doen. “Ik kan heel goed individueel werken, maar ik ben toch ook iemand die mensen om zich heen
nodig heeft om te sparren.“
Volleybal
Binnen de Voetbalacademie van Roda JC is men sinds dit seizoen nadrukkelijker bezig met mentale coaching. “Hiervoor ben ik benaderd door Danny Volkers. Wij kennen elkaar al heel lang, want we hebben in het verleden al eens samen gewerkt. Hier gaf ik ook al
trainingen met betrekking tot stress en communicatie." Dat Paul nu trainingen geeft aan een groep voetballers is toch bijzonder. “Ik ben zelf alles behalve een voetballer. Ik was reeds volwassen toen ik voor het eerst echt voetballen ging kijken. Mijn eerste live
wedstrijd, zo‘n 10 jaar geleden, was er wel een van Roda JC en daar ben ik door de sfeer toch wel een beetje blijven hangen in de voetbalwereld." Zelf is Paul wel sportief. “Ik heb jaren gevolleybald op een aardig amateurniveau."
In de volleybalwereld heeft Paul ook al ervaring met mentaal coachen op het hoogste niveau. Hij is afgelopen seizoen namelijk mental coach geweest bij de
Ladies in Black, een volleybal team in Aachen dat uitkomt op het hoogste niveau in
Duitsland. “In dat team zaten zeven verschillende nationaliteiten waaronder drie Nederlandse speelsters. Alle drie International. Als je dan vergelijkt hoeveel werk zij moeten doen voor hun salaris in verhouding tot de mannen in het profvoetbal, dan is dat verschil
enorm en dat terwijl de druk om te presteren hetzelfde is." Een ander belangrijk punt in de mentale coaching is de communicatie. Dit ligt bij het volleybal heel anders. “Bij volleybal speel je sets waartussen je de mogelijkheid hebt om met de speelsters te praten
en daarnaast heb je ook nog een aantal time-outs tot je beschikking om tijdens de set het spel stil te leggen. Dat is bij voetbal natuurlijk heel anders." De mental coach maakte dan ook goed gebruik van deze ‘pauzes‘ tijdens een volleybalwedstrijd. “Als ik zag dat
een speelster het zwaar had of ik zag dat de druk op liep dan pakte ik haar apart en maakte we korte afspraken waardoor zij wist wat ze moest doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het controleren van je ademhaling." Vollema heeft ook nog ervaring in het
handbal. “Ik heb ook nog bij V&L gewerkt in Geleen. Ook een dames team."
Dat Paul van nature geen voetballer is wilt niet zeggen dat hij er verder geen ervaring in heeft. “Ik heb al jaren een hele goede band met Piotr Parzyszek (oud-De Graafschap en PEC Zwolle). Ik heb hem als mentaal coach kunnen helpen en dat doe ik nog steeds.
Vanuit dat punt is ook een vriendschap ontstaan. Ondertussen zou je kunnen zeggen dat ik bijna alles weet van Piotr en dat is echt niet gelukt na één gesprek. Daar is tijd voor nodig." De mental coach weet door zijn ervaring dan ook zeker dat hij zaken uit het
volleybal en handbal kan meenemen naar het voetbal.
Media
Volgens Vollema is het belang van het mentale aspect alleen maar groter geworden de laatste jaren. “Sterker worden, trainen en het ontwikkelen van je techniek is belangrijk, maar het mentale stuk telt nu misschien wel zwaarder dan de rest." De sociale media
heeft een steeds belangrijkere rol in de maatschappij en ook in de sportwereld ingenomen. Net zoals die media, kan je mentale gesteldheid je maken of breken. “Op een bepaald moment bereik je een dusdanig niveau als sporter dat groeien met steeds kleinere
stapjes gaat en dan wordt het mentale aspect heel belangrijk. Veel van spelers die de O21 van een Voetbalacademie halen hebben weinig tegenslagen gekend, tenminste de talenten die vrij probleemloos zijn doorgestroomd. Bij de O21, of tijdens de stap naar het
eerste elftal, kunnen dan de eerste tegenslagen gaan ontstaan: Je zit ineens op de bank, je wordt harder aangepakt dan je gewend bent omdat je iets niet goed doet of je moet na een periode bij het eerste elftal toch weer terug naar de O21. Allemaal dingen die
nieuw voor ze zijn, maar waar ze mentaal wel mee om moet kunnen gaan."
Je ziet volgens de man uit Berg en Terblijt dan ook een verschil tussen de talenten die vrij probleemloos zijn doorgestroomd en de spelers die met vallen en opstaan tot de O21 zijn gekomen. “Deze jongens zijn meer gewend en daardoor mentaal een stuk sterker.
Al zijn zij natuurlijk ook nog niet uitgeleerd op dit gebied. Dat komt ook door de leeftijd. Dan is dat proces nog bezig." Voor nu helpt Vollema de Academie nog met groepssessies. “Het is de bedoeling dat de spelers door deze sessies gaan nadenken en met elkaar
over het onderwerp gaan praten. Als hieruit dan spelers komen die beseffen dat ze misschien toch wat individuele hulp willen dan kan dat." Het is ook belangrijk dat je niet over emoties gaat praten, omdat het nu eenmaal moet. “We worden geen praatgroep. Het
is belangrijk dat je beseft wat je hebt meegemaakt en wat dit met jou en je functioneren doet en wat een speler aan mij verteld bepaald hij natuurlijk helemaal zelf."
Trainers
Vollema wilt niet alleen met de spelers aan de slag. “De grootste winst is te halen bij de trainers. Zij staan immers vier á vijf keer per week met de spelers op het veld. Ik sta dat, als mental coach, op dit moment nog niet bij de teams van de Voetbalacademie. Als
de trainers veel meer op de hoogte zijn van het mentale aspect en dat in een training kunnen integreren, haal je daar de meeste winst uit." Voor spelers is de trainer vaak ook heel belangrijk op dat moment. “Ze willen van de trainer leren en sommige spelers
zullen misschien ook wel tegen de trainer opkijken. Ze zullen deze mensen dan ook snel serieus nemen." Dat wilt overigens niet zeggen dat hij de ontwikkeling bij de onderbouw niet ondersteund. Integendeel zelfs.
Praten
“De spelers van de onderbouw zijn nog zo jong, daar is niet direct sprake van emotiebeheer en het is heel goed dat Devi van der Kolk daar rondloopt met sterke pedagogische vaardigheden. Zij zaken kan oppakken en los kan maken van de trainer. Hetzelfde geldt
voor Richelle Erkens bij de middenbouw. Vanaf een jaar of vijftien veranderd de situatie. Die jongens willen over het algemeen juist niet praten en zullen zelf moeten gaan leren en ervaren." Toch is het belangrijk dat de spelers onderling gaan praten. “Het is een
héél belangrijk deel van het mentale proces dat spelers elkaar gaan aanspreken. Of je nu traint of een wedstrijd speelt, er ontstaan altijd irritaties. Het roepen en aangeven dat iemand iets fout doet, helpt vaak niet. De speler die een fout maakte, raakt juist alleen
maar gefrustreerder. Daarnaast wordt de druk op die speler om het de keer hierna goed te doen alleen maar groter. Dit maakt de kans dat het opnieuw fout gaat alleen maar groter." De spelers moeten dan juist leren om te benoemen wat ze willen van elkaar. “Ik
denk daarom ook dat de echt talentvolle spelers, de spelers zijn die andere kunnen helpen."
Uiteindelijk hoopt Paul bij de Voetbalacademie een fundament neer te leggen op het gebied van mentale begeleiding. “Ik hoop dat mijn werk kan bijdragen tot het opleiden van nog betere talenten en ze de stap naar het betaald voetbal kunnen maken. Daar draait
het immers toch om, zodat we in de toekomst (nog) meer talenten uit eigen regio in het eerste elftal hebben."