Arno Deckers is inmiddels 71 jaar, maar staat nog met beide benen in de sportwereld. Eén keer per week geeft hij performance training aan de O13 & O14 van onze Voetbalacademie. Wij vroegen Arno waarom dit zo belangrijk is.
Arno is getrouwd en heeft drie kinderen. Daarnaast is hij voorzitter van Achilles-Top en ging hij jaren kijken naar de wedstrijden van Roda JC. Van jongs af aan sport hij al. “Vanaf mijn vijfde tot mijn tiende heb ik gymnastiek gedaan. Daarna heb ik een half jaar gevoetbald bij voetbalvereniging Juliana. Verder heb ik op een blauwe maandag ook nog even aan judo gedaan maar uiteindelijk kwam ik via een vriend terecht bij de atletieksport. In totaal ben ik nu bijna zestig jaar verbonden aan deze sport." Atletiek heeft natuurlijk verschillende facetten en in de loop der jaren kom je er vanzelf achter wat je het leukste vindt. Arno werd - verdienstelijk - tienkamper. “Ik ben Zuid-Nederlands kampioen en derde op de Nederlandse kampioenschappen geworden. Je kunt dus zeggen dat ik op nationaal niveau aardig mee kon." Dat hij het niet (nog) verder geschopt heeft, wijt hij aan zijn lengte. “1 meter 75 is gewoon te klein. Een tienkamper moet eigenlijk 1 meter 85 en groter zijn. Je hebt immers spiermassa nodig om te kunnen kogelstoten, discuswerpen en speerwerpen." Zelf deed hij het dan ook het beste bij de loop- en springonderdelen. Al wilde het hordelopen ook nog wel eens voor problemen zorgen. “Opnieuw is lengte dan het probleem. Je moet immers over de horden scheren. Het moet niet zo zijn dat je daadwerkelijk moet springen. Hoe kleiner je bent, des te moeilijker dit is." In de tienkamp was nog een addertje onder het gras. Detienkamp wordt afgewerkt over twee dagen en op de tweede dag is de 1500 meter het laatste onderdeel. “Meestal was je al gesloopt en moest het zwaarste nummer nog komen, de 1500 meter." vertelt hij ons lachend.
Eerste jaar
Sinds de oprichting van Achilles-Top in 1961 is de atletiekvereniging al de buurman van het huidige Roda JC. Sinds die tijd vraagt de atletiekvereniging zich al af waarom de hoofdtrainers van die tijd nooit naar een andere sport om keken. Dit leek wel een taboe. De enige trainer die volgens Arno wel interesse had in de atletieksport was Jacques Koole (hoofdtrainer Roda JC van 1971 tot 1972). “Koole wilde dat de selectie van het eerste elftal één keer per week looptraining zou krijgen. Tot zijn overlijden hebben ze dit toen gedaan. Daarna is er met de samenwerking niets meer gedaan aan enige vorm van performance-training binnen Roda JC, althans niet in samenwerking met ons." Tegenwoordig is het heel normaal dat de profclubs in Nederland een performance-trainer in huis hebben, ook binnen de jeugdopleidingen. Atletiek wordt immers niet voor niets ‘de moeder aller sporten‘ genoemd. De atletieksport is voor iedere sport de basis. Hoe de huidige samenwerking is ontstaan: vorig seizoen had een team van de Voetbalacademie met een clinic bij Achilles-Top het seizoen willen afsluiten. “We werden door de Voetbalacademie gevraagd om met simpele middelen de jeugdspelers te leren wat atletiek nu eigenlijk is en wat er belangrijk is bij deze sport." Doordat dit tegelijkertijd gepland werd met een oefenwedstrijd van het eerste elftal is de clinic uiteindelijk niet doorgegaan. Jammer. “Een van de trainers heeft toen alsnog de koe bij de horens gevat en gevraagd of er toch iets mogelijk was qua performance-training, verzorgd door een van onze trainers. Ik heb dit met beide handen aangegrepen om de interesse te peilen bij onze trainers. Half vijf is helaas erg vroeg. Onze trainers werken nog allemaal. Ik ben gepensioneerd en om de samenwerking te laten starten heb ik toegezegd. Dit is dus pas het eerste jaar dat Achilles-Top en de Voetbalacademie van Roda JC samenwerken op deze manier. Vorig jaar november zijn we officieel begonnen." Op dit moment worden de trainingen alleen nog gegeven aan de O13 & O14. Als sportliefhebber kijkt Arno graag naar veel verschillende sporten en hij vindt het een goede ontwikkeling dat binnen de voetballerij ook steeds meer gekeken wordt naar andere takken van sport. Hij beschouwt deze samenwerking met de Voetbalacademie als zeer positief. Hij denkt ook dat voetballers op het gebied van mentaliteit kunnen leren van de atletieksport. “Echt diepgaan zoals een marathonloper of een wielrenner doet, is heel anders dan men in de voetbalwereld gewend is. Afzien is voor de meeste voetballers onbekend terrein." Bij de performance-training die hij nu geeft, legt hij de focus op de fysieke aspecten. “Ik probeer ze te helpen met hun houding: Hoe moet je je voeten plaatsen? Of hoe houd je je armen goed bij het lopen? Daarnaast kijk ik naar start- en reactiesnelheid en probeer ik iets aan kracht en uithoudingsvermogen te doen."
Atletiek als basis
Eerder gaf Arno al aan dat de atletieksport eigenlijk de basis is van iedere sport. Hij komt met een voorbeeld om uit te leggen waarom een dergelijke performance-training nu zo belangrijk is voor een voetballer. “Stel je voor je komt in de situatie van een kopduel terecht. Dan zal je moeten springen. Hiervoor moet je sterke benen hebben. Zonder sterke benen kom je namelijk niet hoog. Je moet weten welk been je sterkste been is om daar mee af te kunnen zetten en je moet ook nog kijken hoe je moet aanlopen, om op je sterkste been uit te komen. Natuurlijk kun je ook je startsnelheid en conditie verbeteren met performance-training. Wat moet ik bijvoorbeeld doen om zo snel mogelijk op gang te komen om de bal terug te veroveren. Daarnaast mag je ook niet onderschatten hoe belangrijk het is dat je lichaam ontspannen is. Iemand die ontspannen loopt en zijn benen het werk laat doen is veel sneller dan iemand die zijn lichaam volledig aanspant."
Als we Arno vragen wat hij het leukste vindt aan deze trainingen kan hij nog niet meteen antwoord geven. “Dat zie ik over een tijdje pas. Ik vind het mooi om te zien als het echt wat oplevert en de spelers vooruitgaan. We proberen ze ook duidelijk te maken dat ze de atletieksport kunnen gebruiken om een betere voetballer te worden." Ondanks dat de trainingen pas drie maanden gegeven worden, ziet hij wel al vorderingen: “Ze nemen het nu echt serieus. In het begin vonden ze het maar niks, maar dat is misschien ook wel logisch. Het helpt ook om goed uit te leggen welke oefeningen ze moeten doen en waarom." Het kan even duren voor de training daadwerkelijk haar vruchten afwerpt. Sommige moeten namelijk een hele andere houding aannemen dan ze gewend zijn. Mede daarom is het volgens de voormalig tienkamper heel belangrijk dat er vroeg begonnen wordt met performance-training. “Je moet een automatisme kweken. Bij iemand van twintig jaar is het lastiger iets aan te passen dan bij iemand van twaalf. Je moet namelijk bij iedereen wel iets corrigeren en die correctie gaat op jonge leeftijd nu eenmaal makkelijker." Het voordeel bij oudere spelers is dat zij beter begrijpen waarom ze iets moeten doen. Zij willen profvoetballer worden en beseffen dat daar een goede houding en balans voor nodig zijn. Oudere spelers weten beter waarvoor ze het doen. Als we in de Voetbalacademie de basis kunnen leggen, zal dit beslist vruchten afwerpen."
Zowel de Voetbalacademie van Roda JC als Achilles-Top zijn blij met de samenwerking, die in de toekomst misschien nog wel verder uitgebreid kan worden.
Geplaatst op: 08-02-2021