Met haar 21 jaar staat Devi van der Kolk aan de start van haar maatschappelijke carrière. Sinds dit jaar is ze officieel in dienst bij de Voetbalacademie van Roda JC Kerkrade en neemt ze de mentale begeleiding van de teams in de onderbouw voor haar rekening. Wij spraken Devi over het belang van pedagogiek in de sport en haar werk binnen de Voetbalacademie.
Dat ze iets in de voetballerij wilde gaan doen wist Devi als snel. Via de minor ‘pedagoog in de sport‘ kwam ze bij de Voetbalacademie van Roda JC terecht. Na een stage van een half jaar was ze blij dat ze, opnieuw als stagiair, zes maanden langer bij de Voetbalacademie betrokken kon blijven. Na haar collegejaar aan stage bleef Devi uiteindelijk vrijwillig betrokken bij de club. “Als je uit Landgraaf komt dan is Roda JC natuurlijk de eerste club waar je aan denkt als het over voetbal gaat. Sinds ik hier tweeënhalf jaar geleden binnen ben gekomen ben ik helemaal verkocht. Ik durf zelfs te zeggen dat ik hier mijn roeping gevonden heb. Ik geniet er echt van als ik hier mag zijn." Zelf voetbalt Devi overigens niet. “Nu ik hier veel ben en die jongens zie voetballen, dan heb ik stiekem toch wel spijt dat ik nooit zelf gespeeld heb." Vriendinnen hebben haar meermaals proberen over te halen, maar Devi zou niet willen dat zelf voetballen ten koste gaat van haar werk bij de Voetbalacademie, waar ze vier dagen per week aanwezig is. “Ik kan alles kwijt in het werk dat ik doe bij de Voetbalacademie en ik zou niet willen dat ik in de knoop kom met mijn tijd. Ik ben namelijk na het behalen van mijn bachelor pedagogiek afgelopen collegejaar begonnen met de universitaire bachelor psychologie, die ook veel tijd opeist."
De studie bestaat uit twee delen: eerst drie jaar een bachelor volgen en daarna een master ter specialisatie. “Een van de masters die ik hierna kan volgen is sportpsychologie. Mede door mijn positieve ervaringen hier neig ik er heel erg naar om daarvoor te kiezen." Bij pedagogiek gaat het meer om het opvoeden van kinderen. Pas bij haar minor en haar stage bij de Voetbalacademie van Roda JC kwam Devi in haar werkveld in aanraking met sport. Bij sportpsychologie gaat het echt om de mentale ontwikkeling in de sport. Ze ervaart veel vrijheid in haar werk binnen de Voetbalacademie. Hierdoor beseft de twintiger des te meer hoe leuk ze het vindt. “Mijn interesse neemt, mede door de vrijheid die ik binnen de Academie ervaar, alleen maar toe. Er gebeurd binnen de Voetbalacademie heel veel dat zowel met pedagogiek als met (sport)psychologie te maken heeft. Daardoor krijg ik hier ook echt de kans om dingen uit te proberen en mezelf als professional te ontwikkelen."
Zelfvertrouwen
Devi houd zich dus voornamelijk bezig met de mentale ontwikkeling van onze jeugdspelers. Ze knoopt tijdens en na trainingen veel gesprekken aan met spelers, ook is ze tijdens trainingen bezig met positieve coaching en met trainers in gesprek over het welzijn en de dynamiek van de groep. “Als een speler bijvoorbeeld een grens overschrijdt of de trainers een verschil in het gedrag opmerken, dan kom ik in beeld. Spelers kunnen dan uit zichzelf naar mij toe komen of ik zoek het gesprek met hen op. We bespreken dan, bijvoorbeeld ook samen met ouders en trainers, de situatie en bekijken welke volgende stappen we gaan ondernemen om de speler te helpen." Inmiddels komen ook de ouders van de spelers naar Devi toe als ze merken dat hun zoon bijvoorbeeld weinig zelfvertrouwen heeft. “Op dit moment lopen er ook een aantal trajecten met spelers. Dan zitten we (twee)wekelijks samen en krijgt de speler bijvoorbeeld opdrachten van mij mee die hem helpen bij het vergroten van zijn zelfvertrouwen." De Landgraafse merkt dat de kinderen zichzelf wel eens verliezen in het topsportwereldje. “Er wordt toch veel van ze gevraagd. Ze verwachten van zichzelf dat ze iedere wedstrijd goed, al dan niet perfect presteren. Het speelt ook altijd mee dat de kans bestaat dat ze aan het einde van een seizoen uitstromen. Deze mentaliteit hoort natuurlijk bij de topsport en het is ook niet verkeerd dat ze hier op jonge leeftijd al mee in aanraking komen. Ze mogen daarnaast natuurlijk ook kritisch zijn, dat hoort erbij, maar je mag ook zeker trots zijn als er iets goed gaat."
Trots is Devi zelf ook. Zeker als ze ziet dat jongens en teams in hun geheel vooruitgang boeken. “Het is mooi om zelf te zien, en ook van trainers en ouders te horen, dat ze merken dat een speler of hun eigen zoon vooruit gaat en groeit. Dat is toch waar je het uiteindelijk voor doet." Het hebben van zelfvertrouwen zie je niet alleen terug in het spel van de speler. “Als je weinig zelfvertrouwen hebt houd je je in een groep ook meer op de achtergrond. Nu zie ik bij verschillende jongens al dat dit aan het veranderen is: ze bewegen zich steeds makkelijker in de groep en komen meer op de voorgrond terecht." Met spelers op deze leeftijd heeft de hulp van Devi niet alleen invloed op de prestaties bij Roda JC. “Ook op school en in hun verdere leven hebben ze baat bij de zaken die ze leren gedurende hun opleiding in de Academie." Pedagogiek, dat met name draait om opvoeding, heeft dus ook invloed op zaken buiten het voetbalveld. De Voetbalacademie is ook daar mee bezig. “We proberen de kinderen ook zeker bepaalde normen en waarden mee te geven." Uiteindelijk ligt de ontwikkeling van de spelers voor het grootste gedeelte bij henzelf. “Ik bied daarvoor de hulpmiddelen, maar het is de speler zelf die de stappen moet zetten." Dit kon voor Devi in het verleden ook wel eens een valkuil zijn. “Ik merkte dat ik in het begin heel graag het pad al helemaal vrij wilde maken voor de spelers, alle moeilijkheden en obstakels uit de weg wilde halen. Met behulp van de trainers heb ik ondertussen geleerd dat de spelers zelf ook moeten werken aan hun ontwikkeling en dat ze moeten leren omgaan met de weerstand die ze daarbij tegenkomen."
Mannenwereld
Als je een volwassen speler zou vragen wat hij allemaal goed kan en wat zijn valkuilen zijn, dan zijn er genoeg sporters die dat heel lastig zouden vinden om te benoemen. Bij de jeugdspelers ervaart Devi dit ook. “Ik merk natuurlijk dat de spelers het soms lastig vinden om zichzelf kwetsbaar op te stellen naar mij toe en dan ben ik ook nog een meisje. Iets waar jongens op die leeftijd toch heel anders tegenaan kijken." Als je op een wedstrijddag van de interne competitie over het complex loopt kom je in totaal tien begeleiders en trainers tegen. Daarvan is de Limburgse de enige vrouwelijke. “Zelf had ik in het begin misschien wel het gevoel dat ik een stapje achterstond, dat ik mezelf extra moest bewijzen. Binnen de Voetbalacademie merk ik daar al tweeënhalf jaar niets van. Iedereen gaat respectvol en serieus met me om. Ik voel me dan ook echt onderdeel van het team. Vanuit de trainers voel ik het vertrouwen om dingen op te pakken. Ze benaderen mij met vragen en verwijzen ouders door naar mij." Het is lang niet altijd zo dat spelers en ouders makkelijk op haar afstappen voor vragen of advies. “Soms zien de spelers het als iets negatiefs dat ze met mij in gesprek moeten. Als je met mij moet praten is er in hun optiek namelijk iets niet goed of hebben ze iets verkeerd gedaan. Soms willen ze ook niet dat de rest van het team meekrijgt dat ze met mij ergens aan werken. Dit is dan natuurlijk ook geen probleem en we werken er hard aan om dit taboe te doorbreken. Trainers benoemen bijvoorbeeld openlijk in de groep dat het geen probleem is om mij op te zoeken als je daar behoefte aan hebt." Devi wil ook niet zeggen dat het makkelijk is om te praten over iets dat je lastig of moeilijk vindt. “Zeker niet met iemand die je (nog) niet goed kent. Daarom is het ook belangrijk dat hun eerste ervaringen met mij positief en prettig zijn. Spelers praten onderling ook over wat ze met mij bespreken en dat stelt andere spelers op hun gemak." Ondertussen weten de spelers met wie ze te maken hebben en neemt het aantal gesprekken en trajecten toe. “Jongens weten wie ik ben, wat ik doe en voelen zich ook steeds meer op hun gemak bij mij."
Klankbord
Binnen de Voetbalacademie is er niemand anders met een diploma op het gebied van Pedagogiek. Ondanks dat mist Devi geen klankbord. “Zoals ik al aangaf ervaar ik veel vrijheid binnen de Voetbalacademie en dat vind ik fijn. Ondanks het feit dat ze er niet specifiek voor zijn opgeleid kan ik altijd terecht bij de trainers voor advies. Ik koppel ook alles terug naar Dave Janssen (Hoofdjeugdscout & trainer O11). Onder andere samen met Dave ben ik, naast mijn algemene rol in de onderbouw, dit seizoen onderdeel van de staf van de O11. Toen ik in 2018 bij de Academie begon, kwam ik terecht bij de O9. De afgelopen jaren ben ik steeds bij dit team betrokken gebleven waardoor ik me nu, twee jaar later, samen met deze spelers op de JO11 bevind. Doordat je zo vaak samen op het veld staat, is het makkelijk om zaken te bespreken en op de hoogte te zijn van wat er speelt.‘‘ Er is sprake van vertrouwen in de aanpak van Devi. “De trainers vertrouwen mij in de methodes die ik inzet, we gaan samen in gesprek over wat zou kunnen werken en hier ga ik dan verder naar op zoek." Dit vertrouwen wil echter niet zeggen dat iedereen de handen er van af trekt. “Ik voel steun vanuit de trainers, ik kan rekenen hun betrokkenheid bij de ondersteuning die ik de spelers bied." Toch beaamt de 21-jarige wel dat een collega met meer ervaring binnen de Voetbalacademie soms fijn zou zijn. “Natuurlijk zou dat fijn zijn, maar je moet ook niet de ervaring van de trainers onderschatten. Zij kijken op een andere manier naar de spelers en bieden zo ook een ander perspectief en andere passende oplossingen."
Men gaat ook steeds meer de noodzaak van een topsportbegeleidster inzien. “Op een speeldag of training gebeurd er heel veel. Om ervoor te zorgen dat de trainers zich zoveel mogelijk met het voetbal bezig kunnen houden, is het belangrijk dat ze de andere zaken bij mij neer kunnen leggen." Zodoende zijn er ook momenten geweest waarop een heel team bij elkaar is gaan zitten, inclusief trainers en begeleiders, om het samen te hebben over de afspraken die gelden in het team. “We hebben toen bepaalde afspraken op papier gezet. Met name over het gedrag dat wij juist wel en niet wensen te zien bij de spelers. Deze afspraken zijn ook ondertekend door de ouders. Hierdoor weet iedereen waar hij of zij aan toe is en gaan de afspraken meer leven, ook thuis." Toch kan er nog altijd meer gedaan worden op dit vlak. “Het kan natuurlijk altijd beter en ik als pedagoog zal altijd zeggen dat er meer aandacht moet komen voor dit aspect." Meteen vanaf binnenkomst met spelers aan de slag gaan op het gebied van pedagogiek, is goede stap binnen de Voetbalacademie. “Het is heel belangrijk om hier op jonge leeftijd al aandacht aan te besteden. Nu zit er immers nog een bepaald maakbaarheid in. Zodra spelers achttien á negentien jaar zijn is die maakbaarheid een stuk minder."
Toekomst
Het is duidelijk merkbaar dat Devi het prima naar haar zin heeft en ze ziet zichzelf dan ook zeker nog lang bij de Voetbalacademie werken. “Als ik eerlijk ben zie ik mezelf hier over vijf jaar ook nog rondlopen. Dat zou ik in ieder geval heel erg leuk vinden. Of het nu in een betaalde functie is of op een andere manier. Geld is absoluut geen drijfveer voor mij. De Voetbalacademie voelt namelijk echt als een tweede thuis. Zelfs als ik uiteindelijk ergens anders aan het werk ga, zou ik niet willen uitsluiten dat ik hier vrijwillig betrokken blijf. Mits dat mogelijk is natuurlijk." Op dit moment zit Devi ook prima op haar plek bij de onderbouw. “Ik ben simpelweg nog te jong en onervaren om al bij de bovenbouw aan de slag te gaan, maar ik zou er in de toekomst zeker niet onwelwillend tegenover staan." Als het kan zou ze ook graag meegroeien met de spelers. “Ik zou het zeker leuk vinden om met deze generatie mee te gaan naar de middenbouw of in de toekomst zelfs aan te slag te mogen voor de gehele Voetbalacademie."
Uiteindelijk is het werk van Devi ook heel belangrijk voor de toekomst. Het werk kan een goede bijdrage leveren aan het uiteindelijke doel van iedere jeugdspeler; het behalen van het eerste elftal. “Uiteindelijk draait het natuurlijk om je kwaliteiten op het veld, maar ik geloof niet dat je het gewenste niveau kunt halen als het tussen je oren niet goed zit en daar kan ik bij helpen." Dat je mentale gesteldheid je carrière kan maken of breken vindt ze een gevaarlijke uitspraak. “Maar ik denk wel dat het klopt." De mooiste momenten zitten voor Devi toch in de kleine dingen. “Ik kan ontzettend genieten van de teamsfeer hier, het dagelijks bezig zijn met elkaar en samen met de spelers meegroeien." Een ander mooi voorbeeld was er afgelopen kerst. “Een van de spelers heeft me een kaartje en iets lekkers gegeven om me te bedanken voor mijn moeite. Zulke reacties zijn echt heel mooi!"